Langgerekte boor met ijzeren steel/schacht, eindigend in een plat vlakje om boor in houten handvat te bevestigen. Zwart.
Dit is een tussenmodel tussen de Nederlandse ei-vorm en de Franse langwerpige vorm.
Boor, lengteboor, met ijzeren steel met driehoekige boor. De randen zijn omgezet en geslepen (handgesmeed). Met fors houten handvat om meer kracht te zetten (hard hout). Zwart, bruin.
Oud type, gebruikt van Spanje tot Wallonië, vooral in conservatieve streken. M.i. (Bongers), de voorloper van de lepelboor, in gebruik toen het teenstukje nog te klein was voor het gebruik v/d lepelboor.
Houtboor, zgn. erwinboor. Aan het uiteinde een centreerboor van 2cm met "schroefdraad". Uiteinde boor met rondom 2 snijmesjes. Boor gedeelte met 5 "krullen". Schacht is rond met uiteinde voor het houden van een houten handvat (niet aanwezig). Hierop staat de maat 1 1/8. Bruin.
Wordt als voorboor gebruikt.
Zgn. borstboor: Boor heeft houten handvat met daardoor heen een houten pen. Boorvorm is vrij puntig (niet zo sterk als eier model). Zwart.
Borstboor ook bekend in Denemarken en Sleeswijk - Holstein.
Boor (Tarrière). Handgesmede steel/schacht met dwarskoker voor bevestiging van een steel. Boor is driehoekig stuk metaal waarvan de randen zijn omgezet en geslepen. Zwart.
Boor (Tarière), met ronde ijzeren steel en teken IX. Aan bovenzijde iets breder en platter uitlopend met gaatje om op te hangen. Tekst: AYRALD SF CI ? De boor is rechthoekig, de lange zijde is omgezet en geslepen, met gedraaid puntje. Zwart.
Ronde ijzeren stang met gedraaide boor, eindigend in een puntje. Stang heeft aan het andere eind een huls waardoor een rond houten handvat loopt. Op ijzer staat een tekentje. Zwart, blank.
Voorboor of lengteboor, handgesmeed. Met rechthoekig stuk metaal waarvan de randen zijn omgezet en gescherpt. Voorzien van boorpuntje. Met houten handvat/kruk. Zwart, bruin.